Home News Forum Look/Listen Samplesets Compare Requirements Pictures Links Downloads About us

 

 

Content






















First Previous 1761 Next Last
Google

1761-2005 Johann-Andreas Silbermann/Metzler, Arlesheim Cathedral, Switzerland









  Organ Art Media

Site of Sampleset producer about this Sampleset




48 kHz, 24-bit, stereo, multiple release samples, separate samples with Tremulant
16-bit (with default memory reduction adjustments): 4500 MB RAM
36/3+P (stops / keyboards)
License: Not allowed to use it in church, ask permission for publishing recordings.
Released in: 06-2012


Our forum: 1761 J. A. Silbermann, Arlesheim
On Hauptwerk forum: Arlesheim ready for pre-orders
On Hauptwerk forum: Silbermann Arlesheim work in progress

Mp3 examples others:
- Organ Art Media.
- Contrebombarde.com
 



Impression of Dick Sanderman:
Nadat vorig jaar de lang verwachte sample set van het Andreas Silbermann-orgel in Ebersmünster verscheen, kwam in mei van dit jaar ook de andere Silbermann-set beschikbaar bij Organ Art Media: het Joann-Andreas Silbermann-orgel in Arlesheim. Hoe zat het ook alweer? Vader Andreas kwam uit Sachsen, maar werkte vooral in de Elzas, Lotharingen en Zwitserland en overleed in Straatsburg. Zoon Johann Andreas werd geboren in Straatsburg en werkte ook in de wijde omtrek van die stad. De derde Silbermann, Gottfried, was een broer van Andreas en dus een oom van Johann-Andreas. Hij bleef in Sachsen en bouwde onder meer de beroemde orgels in Dresden en Freiberg. Johann Andreas Silbermann leerde het vak vanzelfsprekend van z’n vader (GvG: gebeurt vaker... ;)). Nog maar 22 jaar oud moest hij de leiding van het bedrijf overnemen na de dood van Andreas Silbermann. In 1741 maakte hij een studiereis van een half jaar naar Duitsland, waar hij ook in de orgelmakerij van oom Gottfried meewerkte. In 1759 kreeg hij de opdracht om een nieuw orgel te bouwen voor de Dom van Arlesheim: twee jaar later was het instrument gereed. Oorspronkelijk bezat het 32 stemmen op drie manualen en pedaal. De dispositie is Frans getint, maar laat ook Duitse invloeden zien, onder meer in het volledige pedaal op zestienvoets basis en de aanwezigheid van een Siflet 1’, zeer ongebruikelijk in het Franse orgeltype. Het derde manuaal is niet langer een discantklavier, zoals in Frankrijk gebruikelijk was, maar kreeg de volledige omvang.

In de loop der eeuwen is het orgel van Arlesheim meerdere malen gewijzigd en aangepast aan de smaak van dat moment. Bij de restauratie en reconstructie die de firma Metzler uitvoerde in 1959/62, bleek nog zo’n 60% van het Silbermannpijpwerk aanwezig te zijn, zij het vaak rijkelijk voorzien van kernsteken enzovoort. Er werd een nieuwe windvoorziening aangelegd, de in 1887 verwijderde rugwerkkas werd gereconstrueerd, de hele speelmechaniek moest opnieuw worden aangelegd. De oorspronkelijke dispositie werd gereconstrueerd, behoudens de Flageolet 1’ van het derde manuaal, waarvoor men nu een Trompette de récit verkoos. Aan het pedaal werden wel vijf stemmen toegevoegd, waardoor het orgel breder inzetbaar werd. Het orgel kreeg z’n originele toonhoogte terug, een halve toon lager dan normaal, de stemming was in 1962 gelijkzwevend. Nadien hebben achtereenvolgens Metzler, Edskes en Kern nog aan het orgel gewerkt, waarbij laatstgenoemde firma het orgel omstemde naar Valotti. Door vele lp- en cd-opnames (o.a. van Lionel Rogg en Ewald Kooiman) kreeg het orgel grote bekendheid.

Vergelijken we de disposities van Ebersmünster en Arlesheim, dan kan worden opgemerkt:
  • Het rugwerk van Arlesheim heeft dezelfde dispositie als Ebersmünster, maar met toevoeging van een Flûte 4’ en een Larigot 1 1/3’.
  • De dispositie van het hoofdwerk komt vrijwel overeen. Er is één verschil: Arlesheim heeft een Siflet 1’ die Ebersmünster niet heeft, maar Ebersmünster heeft weer een Clairon 4’ die in Arlesheim ontbreekt.
  • Het derde manuaal is in Ebersmünster een discantklaver met slechts 4 stemmen; in Arlesheim gaat het om 5 ½ stem en een volledige omvang.
  • Het pedaal heeft in Ebersmünster 5 stemmen, waarbij de Bombarde 16’ slechts tot f0 loopt; in Arlesheim omvat de pedaaldispositie sinds 1962 maar liefst 8 stemmen.
  • Ebersmünster heeft origineel geen pedaalkoppel, Arlesheim wel. In de extended version van de sampleset Ebersmünster is deze koppel wel voorhanden, en zijn ook de manuaalomvang en de “halve” Bombarde uitgebouwd.
  • De originele manuaalomvang is op beide orgels tot c3, het pedaal loopt in Ebersmünster tot c1, in Arlesheim tot d1. In de extended version gaat Ebersmünster tot d3 (manuaal) en d1 (pedaal), Arlesheim tot f3 (manuaal) en f1 (pedaal).
  • Ebersmünster heeft één tremulant die op beide manualen werkt. Arlesheim heeft twee tremulantenm: eentje voor hoofdwerk en echoklavier, één voor het rugwerk.
  • De toonhoogte is in Ebersmünster erg laag (a=392), de stemming licht ongelijkzwevend; in Arlesheim is de toonhoogte precies een halve toon onder normaal (a=415) en de stemming is sinds 2005 Valotti.
  • De winddruk is in Ebersmùnster 79 mm, in Arlesheim slechts 66.
Kijkend naar de speel- en registratiemogelijkheden is Arlesheim dus duidelijk in het voordeel. Het ontbreken van een Fluit 4’ in Ebersmünster is echt een beperking. Natuurlijk, elke beperking is tegelijkertijd een uitdaging om tóch een mooie registratie te vinden, ook al ontbreekt het register dat je eigenlijk zoekt. Maar een mens wil ook wel eens gewoon lekker spelen en registreren, zonder creatieve kunstgrepen, toch? Een uitgebreidere pedaaldispositie (weliswaar niet origineel, maar wel praktisch), een volledig speelbaar derde klavier: Arlesheim wint het op die punten van Ebersmünster.
En dan de klank… Ja, da’s toch vooral een kwestie van smaak. Het orgel van Arlesheim staat in een kerk met een zeer ruime akoestiek, maar dat is in Ebersmünster ook het geval. Toch ervaar ik de klank van Ebersmünster als meer specifiek en Arlesheim als wat algemener: breed inzetbaar, maar minder geprononceerd van karakter. De prestanten klinken in Arlesheim wat belijnder, minder flûté dan in Ebersmünster. Prachtig zijn ook in Arlesheim de registraties met tremulant, vooral die van het hoofdwerk. Wie de stemming als een gegeven accepteert en niet te snel switcht naar “equal temperament”, zal de Valotti-stemming van Arlesheim (geenszins de “original temperament”, al heet het wel zo in de sample set) in sommige gevallen zeker als een hindernis ervaren. Het Praeludium en Fuga in h moll (BWV 544) van Bach bijvoorbeeld: geen pretje in deze stemming, terwijl er toch maar twee kruizen bij de sleutel staan.
In feite is het natuurlijk een luxeprobleem wanneer je moet kiezen tussen twee prachtige sample sets. Ik heb gemerkt dat er mensen zijn die orgels c.q. sample sets met een heel uitgesproken karakter minder prettig vinden, waarschijnlijk omdat je daarmee ook duidelijk in een bepaalde richting wordt gestuurd, terwijl andere muzikale richtingen niet zo goed gedijen. Anderen -en daartoe reken ik mezelf ook- geven juist de voorkeur aan orgels met een heel duidelijk eigen gezicht. ’t Zou een saaie boel worden als alle mensen hetzelfde dachten… Wie een basisset zoekt waarop een heel divers repertoire gespeeld moet kunnen worden, is beter af met Arlesheim. Wie voor elk genre een afzonderlijke sample set in huis wil hebben, heeft aan Ebersmünster een zeer karaktervol instrument voor Bach en Franse barok.

De muziek die ik heb ingespeeld op Arlesheim bestaat voor een groot deel uit koraalbewerkingen van Kauffmann en Walther, muziek die het uitstekend doet op Silbermann-orgels. Mooie registratiemogelijkheden voor een uitkomende stem zijn ruimschoots voorhanden. Deze keer heb ik de registraties allemaal genoteerd:
  • Christian Gotthilf Tag - Herr ich habe missgehandelt
    Hw Bd8 VH8 Trem Rp Bd8 Fl4 Ped Sub16 Oct8
  • Francois Couperin – Tierce en taille (Messe pour les Paroisses)
    Hw Bd16 Bd8 Trem Rp Bd8, P4 Naz 2 2/3 D2 T 1 3/5 Ped Sub16 Oct8
  • Georg Friedrich Kauffmann - Nun freut euch lieben Christen gmein
    Rec Bd8 D2 Hw Corn Pos Cro8
  • Georg Friedrich Kauffmann - Vom Himmel hoch da komm ich her
    Hw Bd16 Bd8 T 1 3/5 Rp Bd8 P4 Cro8 Ped Sub16 Oct8 P4
  • Georg Friedrich Kauffmann - Wer nur den lieben Gott last walten
    Hw Bd8 Naz 2 2/3 Sif1 Rp P4 D2 (een octaaf lager gespeeld) Ped Sub16 Oct8
  • Georg Friedrich Kauffmann - Wer nur den lieben Gott last walten 2
    Hw Bd8 Pr4
  • Johann Gottfried Walther - Freu dich sehr o meine Seele
    Rec Bd8 P4 Bas/Tro8 Rp Bd8 Naz 2 2/3 Crom8 Trem Ped Sub16 Oct8
  • Johann Gottfried Walther – Freu dich sehr, o meine Seele
    Rec Bd8 P4 Bas/Tro8 Rp Bd8 Fl4 Naz 2 2/3 Crom8 Ped Sub16 Oct8
  • Johann Gottfried Walther -Herr Gott nun schleuss den Himmel auf
    Rec Bd8 P4 Bas/Tro8 Rp Bd8 P4 T 1 3/5 L 1 1/3 Ped Sub16 Oct8 Q 5 1/3
  • Johann Gottfried Walther - Liebster Jesu wir sind hier
    Hw Bd8 Sif1
  • Johann Gottfried Walther - Lobt Gott ihr Christen allzugleich
    Hw Tro8 Rp Bd8 P4 Naz 2 2/3 D2 T 1 3/5 L1 1/3 Fourn
  • Johann Gottfried Walther - Mach’s mit mir Gott nach deiner Güt
    Rp Fl4
  • Maria Theresia von Paradis - Sicilienne
    Rec P4 D2 (een octaaf lager gespeeld) Hw M8 Bd8 Naz 2 2/3 Trem Rp Bd8 Fl4 Crom8 Ped Sub16 Oct8
  • Matthias Nagel - Happy Pipes
    Hw M8 Bd8 P4 N3 D2 Four (einde: + Cy, Rp/Hw) Rp Bd8 P4 D2 Fourn (Schluss: + T 1 3/5) Ped Sub16 Oct8 Q 5 1/3 P4 Fourn (einde: + Bom16 Tro8 Ped/Hw)
Dick Sanderman, august 2012

Mp3 examples, played by Dick Sanderman:
JW Player goes here


Leo Terlouw is recording Bach pieces on Hauptwerk samplesets (Bach recordings of Leo Terlouw).
Leo Terlouw: Onlangs heb alle cd’s beluisterd uit de net verschenen cd-box Johann Sebastian Bach complete organ works played on Silbermann organs. Het orgelwerk van J.S. Bach wordt hier uitgevoerd door Ewald Kooiman en zijn oud-leerlingen Ute Gremmel-Geuchen, Gerhard Gnann en Bernard Klapprott. Voor deze opnamen werd gekozen voor de beroemde orgels uit de Elzas van Johann Andreas Silbermann. Als u het werk van J.S. Bach eens wilt horen met bijzondere registraties en klankkleuren is deze box zeker een aanrader. De orgels te Ebersmünster en Arlesheim zijn inmiddels als samplesets verkrijgbaar. Het orgel te Wasselonne staat op de lijst met toekomstige samplesets. Ik heb gekozen voor die van Arlesheim omdat dit orgel breder inzetbaar is. De dispositie van het pedaal is uitgebreider en er is een pedaalkoppel naar het Hoofdwerk aanwezig. De klank van dit orgel op deze sampleset valt op door het schone en directe geluid, ingebed in een sfeervolle akoestiek.

Fantasia in Fuga in c BWV 537
Voor en na de eredienst speel ik meestal koraalgebonden werken. Een enkele keer wijk ik daarvan af. Voor of na de dienst op de 1e Paasdag speel ik nogal eens het Preludium of de Fuga in D BWV 532 van J.S. Bach. Dit is een feestelijk werk dat goed past bij de viering van de opstanding van de Heere Jezus Christus. De Fantasia en Fuga BWV 537 echter past in de lijdenstijd. In dit werk komen een aantal elementen uit de Mattheuspassion voor. In de Fantasia vanaf maat 11 de zogenaamde Seufzerfiguren en in het thema van de Fuga een verminderd septime-akkoord. In de Mattheuspassion komt dit akkoord steeds voor bij het woord 'Kreuz'. Fantasia:
Hw: M8, B8, P4
Ped: S16, O8
Koppels: Ped-Hw

Fuga:
Hw: M8, B8, P4, D2
Ped: S16, O8, P4, T8
Koppels: Ped-Hw

Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen (Openingskoor Matthéus-Passion)
Dit betreft een transcriptie van de hand van Jaap Niewenhuijse. Het is al weer geruime tijd geleden dat één van de gemeenteleden van de Hervormde kerk te Bleskensgraaf mij vroeg of ik dit stuk voor de dienst wilde spelen. Later bleek dat er zeer veel studietijd mee gemoeid was. Hoe komt dat nu eigenlijk vroeg ik me af. De oorzaak is dat het stuk bedoeld is voor twee koren, jongenskoor en een uitgebreide orkestbezetting. Evenals mijn collega’s beschik ik slechts over tien vingers en twee voeten. Deze beperkingen maken het instuderen van een transcriptie als deze tot een moeizame aangelegenheid.
Sinds 1 januari 2012 ben ik ook aangesteld als organist van de Grote kerk en de Sionskerk in Papendrecht. Vorig jaar heb ik dit stuk in de lijdenstijd in alle drie kerken een keer voor de dienst gespeeld. Dit jaar hoop ik dat weer te doen. Afgaande op de reacties in het verleden zullen veel mensen dit op prijs stellen. Hw: M8, B8
Rw: B8, F4, N3 2/3, T1 13/5, Tr
Ped: S16, O8
Koppels: Ped-HW

Trio in c BWV 585
Dit stuk is geen origineel orgelwerk maar een transcriptie van J.S. Bach van de eerste twee delen van een Triosonate van Johann Friedrich Fasch. Bij het studeren van Trio’s en vaak ook bij de uitvoering ervan speel ik met de linkerhand één octaaf lager. Dit speelt over het algemeen veel comfortabeler zeker als er veel hoge noten in voorkomen. Door de keuze van een 4’ i.p.v. een 8’register klinkt alles toch weer op de juiste toonhoogte. Adagio:
Hw: B8, Tr
Rw: F4, Tr (octaaf lager gespeeld)
Ped: S16, O8

Allegro:
Hw: M8, B8
Rw: P4, F4 (octaaf lager gespeeld)
Ped: S16, O8 Koppels: Ped-HW

Partite diverse sopra il Corale 'O Gott, du frommer Gott' BWV 767
Onlangs kreeg ik een verzoek van mijn vriend Jan Huisman uit Nieuw-Lekkerland om opnamen te maken van deze partita. Dit stuk is bij uitstek geschikt om het orgel in z’n veelkleurigheid te laten horen.






partita 1:
Hw: M8, B8, P4, D2, F
Ped: S16
Koppels: Ped – Hw

partita 2:
Hw: M8
Rw: B8, F4, N, T

partita 3:
Rw: B8, F4
partita 4:
Rw: F4

partita 5:
Rw: B8, D2

partita 6:
Hw: B8, P4
Rw: B8, C8

partita 7:
Hw: M8
partita 8:
Hw: B8, Tr
Rw: B8, Tr
Koppels: Hw-Rw

partita 9:
Hw: M8, B8, P4, D2, T8
E: B8, P4, D2, B8
Ped: S16, B16
Koppels: Ped-Hw
Heeft u vragen, op- en/of aanmeldingen of misschien wel een verzoeknummer mail dan naar leoterlouw@hotmail.com.
Leo Terlouw, Februari 2013

JW Player goes here

Deel 11 - 27-11-2014

Toelichting Arlesheim 2
Voor de tweede keer gebruik ik nu weer de fraaie sampleset Arlesheim. Een sampleset van een Frans barokorgel waarop muziek van J.S. Bach prachtig klinkt. De registraties vindt u in principe in het 'afspeelblokje'. Als een registratie te uitgebreid is om daar op te nemen of als er binnen een stuk geregistreerd wordt, staat de registratie in de toelichting vermeld.

Sonate 6 in G BWV 530
  • I. Vivace
  • II. Lento
  • III. Allegro
In de toelichting bij de opnamen met sampleset Vollenhove (06-09-2013) heb ik vooral de technische aspecten van de zes Triosonates belicht. Nu wil ik mijn gedachten met u delen over de tempi. De tempi van de langzame delen (veelal de middendelen) met de aanduidingen Adagio, Largo, Andante en Lento zijn geen probleem. De tempi van de snelle delen, in deze Sonate de delen 1 en 3, stellen mij steeds weer voor een dilemma. De muziek vraagt om snelle tempi en dat wordt ook in de aanduidingen Vivace en Allegro aangegeven. Van deze Sonates zijn verschillende transcripties in diverse bezettingen en zonder uitzondering hoor ik daar tempi die ik in principe ook zo aanvoel. Bij opnamen met orgel zijn de verschillen zeer groot. Sommigen kiezen voor dezelfde hoge tempi, anderen spelen deze delen aanmerkelijk langzamer. Het probleem bij snelle tempi is dat het altijd (enigszins) rommelig klinkt. De oorzaak is niet dat spelers de materie niet beheersen maar dat de 16-voets labialen bij deze stukken te traag aanspreken waardoor de tonen van de baspartij steeds iets te laat klinken. Een (deel van de) oplossing kan zijn de 16-voets labialen in het pedaal weg te laten. Bij sommige opnamen gebeurt dat ook en soms wordt ook gekozen voor hoge registers in de manuaalpartijen. De klank bevalt mij dan niet, het doet me aan een speeldoosje denken. Zelf kies ik de laatste tijd altijd voor tempi die de muziek zo weergeven dat alles ordelijk klinkt. Ik vraag ik me af of deze stukken vroeger wel op orgel gespeeld zijn. Bekend is dat ze bedoeld waren als studiemateriaal voor zoon Wilhelm Friedemann Bach (biografie Forkel). In de tijd van Bach werd er waarschijnlijk weinig op het orgel gestudeerd, er was immers geen elektriciteit en orgeltrappers moesten betaald worden. Men studeerde thuis op een clavichord met pedaal. Gesteld dat dit zo is moet je deze stukken dan wel op orgel spelen? Natuurlijk wel, want ook met langzamere tempi klinken deze stukken nog prachtig. Sterker nog: ze behoren ook dan nog tot de mooiste orgelwerken die er zijn.

Vom Himmel hoch, da komm’ ich her BWV 606, 701 en 700
Drie koraalbewerkingen over de melodie van het kerstlied “Ik ben een engel van de Heer” uit het Liedboek voor de kerken. Voor de gelegenheid heb ik bewerking BWV 606 een toon lager getransponeerd. Nu staan ze allen in dezelfde toonsoort.
Bewerking BWV 606 uit het Orgelbüchlein is een eenvoudige vierstemmige bewerking met de melodie (hier en daar versierd) in de sopraan.
Bewerking BWV 701 is een driestemmige Fughetta zonder pedaal. Het hoofdthema is de eerste regel van het koraal. In de tweede maat horen we dalende toonladderfiguren die in de loop van het stuk een aantal keren terugkomen en dan niet alleen dalen maar ook stijgen. Ook de tweede en de derde regel worden in het contrapunt verwerkt.
Bewerking BWV 700 is de meest uitgebreide en is vijfstemmig. De melodie klinkt ongewijzigd in het pedaal, voorafgegaan en gescheiden door lange rusten. De Bombarde 16’ op dit orgel heeft een opvallende klankkleur. Zo klinkt er een contrastrijk geheel met het Prestantenplenum van het Hoofdwerk en Positiv. Ook de stemmen die op het klavier gespeeld worden zijn erg in de weer met de melodie. Soms klinkt de melodie ongewijzigd, dan weer met (kleine) melodische en ritmische verschillen en soms met een slechts een deel ervan.

Koraal uit Cantate BWV 22: Er tödt uns durch dein’ Güte
Het gaat hier om een transcriptie van het slotkoraal uit Cantate BWV 22 “Jesus nahm zu sich die Zwölfe”. De oorspronkelijke bezetting is Oboe, Violini, Viola, Violoncello, Violone, Fagotto, Organo en vierstemmig koor. Deze rijke instrumentale bezetting wordt voor orgel gereduceerd tot een trio met in de bovenstem vooral zestiende noten, de baspartij in achtste noten en de melodie in de middenstem. Liefhebbers van orgelmuziek van J.S. Bach die hun muzikale horizon willen verbreden raad ik aan ook eens Cantates te beluisteren. Het zijn doorgaans uitzonderlijk mooie stukken die niet onderdoen voor de Mattheuspassion. Ze zijn alleen veel korter. Er zijn verschillende integrale uitvoeringen. Ik heb zelf de uitvoering van de Japanse dirigent Masaaki Suzuki met zijn Bach Collegium Japan.

Duetto 3 in G BWV 804 / Duetto 4 in a BWV 805
Tijdens het leven van Bach zijn een aantal van zijn orgelwerken uitgegeven onder de naam ”Dritter Teil der Klavierübung”. Daarin zijn opgenomen het Preludium en Fuga in Es BWV 552. Tussen het Preludium en de Fuga staan bewerkingen over 10 koraalmelodieën. Van elke melodie zijn er twee bewerkingen, één met pedaal en de andere zonder. Na de laatste koraalbewerking volgen 4 Duetten. Het zijn tweestemmige stukken die nogal moeilijk toegankelijk zijn. Duetto 3 is een speels werk in een 12/8 maat. Het motief van 6 noten direct aan het begin in de bovenstem geeft het stuk profiel. Duetto 4 is eigenlijk een tweestemmige Fuga.

Das alte Jahr vergangen ist BWV 614
Deze vierstemmige koraalbewerking komt uit het Orgelbüchlein en is bedoeld voor de oudejaarsdag. De melodie ligt in de sopraan en is rijk versierd. Opvallend zijn de chromatische motieven (=stapjes van halve toonsafstanden) in de begeleidende stemmen. De sfeer is weemoedig.

Preludium en Fuga in g BWV 535
Dit wat minder bekende werk speel ik op verzoek van Jaap Jongeneel uit Ede. In het Preludium is er iets merkwaardigs aan de hand. Maat 19 wordt maar liefst 11 keer letterlijk herhaald steeds op een halve toon lager. Deze stereotype schrijfwijze is mij bij andere muziek van J.S. Bach onbekend. Voor de speler ligt er een uitdaging dit toch zo boeiend mogelijk uit te voeren. Rond 1980 volgde ik een cursus waarin de orgelwerken van César Franck centraal stonden. Eén van de docenten was de onlangs overleden organist Bernard Bartelink. Hij stelde ons de vraag: “Wat doe je met saaie delen in een compositie?” Zijn antwoord ben ik nooit vergeten: “Dan moet je snel spelen, dan ben je in ieder geval eerder klaar en bovendien lijkt het nog wat ook”. Door deze gedachte heb ik me deels laten inspireren bij het uitvoeren van de maten 11 t/m 30 van dit Preludium. Verder heb ik de achtste noten in de linkerhand beurtelings met de volle waarde en een klein deel van de waarde gespeeld. Om de twee maten laat ik een heel subtiele vertraging horen. De luisteraar moet maar beoordelen of dit deel uit het Preludium zo interessant genoeg klinkt.
In alle andere maten van zowel het Preludium als de Fuga herken ik wel de hand van de grote meester. Opvallend in het fugathema zijn de vele repeterende noten in de maten 2 en 3 en de omspeling ervan in maat 4.

Preludium
Pos: B8, P4, D2, F
Ped: S16, O8
Koppels: Ped-Hw

begin op Hw
mt 14, 3e tel: verder op Pos
mt 14, 2e tel: Hw: +Cy
mt 36, 3e tel: rh verder op Hw
mt 37, 1e tel: lh verder op Hw

Fuga
Hw: M8, B8, P4, D2, Cy
Pos: B8, P4, D2, F
Ped: S16, T8
Koppels: Ped-Hw

begin op Hw
mt 72, 2e helft 3e tel: koppels: + Hw-Pos
mt 74, 1e tel: Ped: +B16

Tenslotte
De volgende opnamen zijn rond 1 maart 2015 gepland. Welke sampleset ik ga gebruiken weet ik nog niet. Hopelijk is dan de sampleset Sint Bavo Haarlem beschikbaar. Aan het opnemen van het verzoeknummer “Vater unser im Himmelreich BWV 682” ben ik nog niet toegekomen. Volgend jaar hoop ik dat te publiceren. Verder heb ik twee verzoeken gekregen om Sonate 2 in c BWV 526 te spelen.
Heeft u vragen of opmerkingen, mail dan naar leoterlouw@hotmail.com (bijv. voor download van .wav bestanden).
Kritische vragen/opmerkingen zijn ook zeer welkom!

Leo Terlouw, november 2014

JW Player goes here


Deel 18 - 25-01-2017

Toelichting Arlesheim 3
Het is al de derde keer dat ik fraaie sampleset 1761, Silbermann, Arlesheim gebruik. Een Frans barokorgel waarop met name de verfijnde muziek van J.S. Bach prachtig klinkt. De registraties vindt u in principe in het 'afspeelblokje'. Als een registratie te uitgebreid is om daar op te nemen of als er binnen een stuk geregistreerd wordt, staat de registratie in de toelichting vermeld.

Leermeesters
De opnamefunctie van Hauptwerk is voor mij van groot belang in het studieproces. Tijdens het spelen neem ik niet alle ritmische oneffenheden waar maar wel als ik de opnamen beluister. Vaak ga ik na het beluisteren van de opnamen weer aan de slag, probeer de oneffenheden weg te werken en maak vervolgens een nieuwe opname. Soms wordt dit proces enkele keren herhaald. Om het spel te verbeteren moet je eerst duidelijk in beeld krijgen wat er precies aan schort. De opnamefunctie van Hauptwerk kan daarbij enorm helpen. Zo gezien is Hauptwerk een “digitale leermeester”. Daarnaast heb ik nog een “leermeester” en dat is mijn clavichord (dit is iets anders dan een klavecimbel!). Dit instrument laat alle oneffenheden in de aanslag horen en maakte mij o.a. attent op het feit dat de druk van duim, vingers en pink niet gelijkmatig was. Vooral de druk van de ringvinger bleek onder de maat, terwijl de duim (de lompste van het vijftal) juist te veel druk op de bodem van de toets uitoefende. Uiteraard hebben deze “leermeesters” een beperkte functionaliteit. Ze geven wel aan wat er verbeterd kan worden maar de oplossingen moet je zelf bedenken.

Preludium en Fuga in f BWV 534
Dit werk is wat minder bekend. Opvallend in het Preludium zijn de twee wat je zou kunnen noemen “omspeelde orgelpunten” waarboven een canon klinkt. Tegen het einde mondt het stuk uit in een lang dissonant akkoord gevolgd door een rust. Hierna volgt er nog wat passagewerk met daarna de afsluiting. Het rustige fugathema in een maatsoort met twee tellen waarbij niet de dichte maar de open noot met de stok één tel krijgt bestaat uitsluitend uit open noten met een stok (hier één tel) en dichte noten met een stok (hier een halve tel). Opvallend is de dalende septime-sprong. Nadat het thema geklonken heeft zetten de volgende stemmen één voor één in totdat er 5-stemmigheid bereikt is.

Registratie:
Preludium:
Hw: M8, P4, D2, F
Pos: B8, P4, D2
Ped: S16, O8, Q 5 1/3, P4, F
Koppels: Ped-Hw
begin: op Hw
mt 71: verder op Pos
mt 74, 3e tel: verder op Hw
Fuga:
Hw: B16, M8, P4, D2, F, Cy
Pos: B8, P4, D2, F
Ped: B16, O8, Q 5 1/3, P4, F, T8
Koppels: Hw-Pos, Ped-Hw
mt 136: +B16



Von Gott will ich nicht lassen BWV 658
Deze vierstemmige koraalbewerking in vierkwartsmaat behoort tot “Die Orgelchoräle aus der Leipziger Originalhandschrift”. Het stuk begint in de sopraan met een rijke omspeling van de eerste regel van de melodie. Direct erna zetten respectievelijk de bas en de alt in. Vrijwel al het melodische en ritmische materiaal in deze stemmen is terug te vinden in de eerste maat. Het ritme lang – kort/kort – lang speelt daarin een dominante rol. In maat 4 zet het pedaal de melodie op tenorhoogte in.

Sonate 3 in d BWV 527
  • Andante
  • Adagio e dolce
  • Vivace
Ten opzichte van de andere Triosonates heeft deze Sonate enkele bijzonderheden. Het Andante is geschreven in een A-B-A-vorm , d.w.z. dat de eerste 48 maten letterlijk herhaald worden. Het Adagio e dolce is een transcriptie van het middendeel van het Tripelkonzert BWV 1044 voor fluit, viool, klavier en strijkorkest. In het Vivace vallen de veelvuldige repeterende bastonen op. Hermann Keller merkt in zijn boek „Die Orgelwerke Bachs“ op dat deze Sonate technisch minder moeilijk is. Ik heb dat er niet van kunnen maken, m.n. in het laatste deel stelt de klavierpartij best wel hoge eisen aan de speler.

Preludium en Fuga in G BWV 557
Dit werk behoort tot de “Acht kleine Praeludien und Fugen”. Het begin van het Preludium is statig, daarna volgen een speels deel, een pedaalsolo en de afsluiting. De Fuga heeft een simpel thema met veel herhalingen (sequensen).

Registratie:
Hw: B16, M8, P4, D2, F
Pos: B8, P4, D2
Ped: S16
Koppels: Ped – Hw, Hw-Pos
mt. 5, 4e tel: Hw: -D2, -F
mt. 19, 4e tel: Hw: +D2, +F, +T8 Ped: +B16
Fuga: Hw: +Cy


Wenn wir in höchsten Nöten sein BWV 641
Deze vierstemmige koraalbewerking behoort tot het “Orgelbüchlein”. De melodie is dezelfde als die van psalm 140. In de bovenstem hoort u een rijk versierde melodie. Bach heeft de noten van de melodie als uitgangspunt genomen en van daar uit een geheel nieuwe melodie gemaakt. In de overige stemmen komen de eerste vier noten van de melodie steeds terug. Een aantal keren ook in de omkering.

Kommst du nun, Jesu, vom Himmel herunter auf Erden BWV 650
Dit Trio behoort tot de “Sechs Schübler Choräle” en is een transcriptie van het tweede deel uit Cantate BWV 137 met de tekst van “Lobe den Herren, der alles so herrlich regieret”. Opvallend - en wat mij betreft onverklaarbaar - is dat Bach dit werk de titel van een onbekend adventslied gegeven heeft. De inhoud van dit lied heeft een geheel ander karakter. Zowel in de Bärenreiter- als in de Peeters-uitgave wordt de melodie toebedeeld aan het pedaal en speelt de linkerhand de bas. Dit heb ik voor deze opname omgekeerd, de melodie speel ik met de linkerhand en de baspartij met de voeten. Het stuk wordt hierdoor iets gemakkelijker speelbaar en de keuzemogelijkheden voor de registratie zijn veel groter.

Registratie:
Hw: B8, P4, N 2 2/3, T 1 3/5, Tr
Pos: B8, F4, N 2 2/3
Ped: S16, O8, P4

Wir glauben all an einem Gott BWV 680
Deze vierstemmige koraalbewerking behoort tot de verzameling “Dritter Teil der Klavierübung”. In alle grote koraalbewerkingen hieruit worden alle regels van de melodie verwerkt behalve bij deze. Het gaat hier om een Fuga waarbij een omspeelde eerste regel het thema is. Opvallend is dat het thema niet in de bas voorkomt. In plaats daarvan klinkt er in het pedaal zes keer een reeks van stijgende tertsen in achtste noten en dalende secundes in zestienden (ostinate bas). Een Fuga met een ostinate bas komt verder negens in het orgelwerk van J.S. Bach voor. Aan het eind klinkt in de tenor nog heel onverwacht de laatste regel van het koraal. Bach maakt op deze wijze a.h.w. een samenvatting van het gehele lied.

Registratie:
Hw: B16, M8, P4, D2, F, Cy, T8
Pos: B8, P4, D2, F
Ped: O8, Q 5 1/3, P4, F, B16, T8, C4
Koppels: Hw-Pos, Ped-Hw

Tenslotte
Inmiddels ben ik al weer volop bezig met de voorbereidingen voor de volgende opnamen: o.a. de Toccata (dorische) en Fuga in d BWV 582. Daarvoor heb ik voor de sampleset “Bavokerk, Haarlem” gekozen. Deze hoop ik rond 1 juni a.s. te publiceren. Heeft u vragen of opmerkingen mail dan naar leoterlouw@hotmail.com .

Leo Terlouw, januari 2017

JW Player goes here





Onderstaande opnames komen uit het boek: Dick Sanderman: 150 korte voorspelen
JW Player goes here
Mp3 examples, played by mweyand:
JW Player goes here


Dick Sanderman plays on organ of Joerg Glebe: J.S. Bach: Concerto Es-Dur:



Dick Sanderman plays on organ of Joerg Glebe: J.S. Bach: Christus, der uns selig macht:



Dick Sanderman plays on organ of Joerg Glebe: J.S. Bach: Präludium und Fuge h-moll:



Dick Sanderman plays on organ of Joerg Glebe: J.S. Bach: Wir glauben all an einen Gott:



Dick Sanderman plays on organ of Joerg Glebe: J.S. Kreuzpointner: Toccata à la Jazz:










View Larger Map

 

Copyright (c) 2008 PCorgan.com. All rights reserved. Mail: info@PCorgan.com