Home News Forum Look/Listen Samplesets Compare Requirements Pictures Links Downloads About us

 

 

Content



First Previous 1673 Next Last
Google

1673 J.H. Mundt, Tyn, Prague, Czech (with ext of 1642, J.G. Freundt, Klosterneuburg)





  Sonus Paradisi

Site of Sampleset producer about this Sampleset

Historic baroque Czech organ
48 kHz, 24-bit, stereo, original acoustic, multiple release, multiple velocity
4.2 GB RAM (with default memory reduction adjustments)
2+P/35 (keyboards / stops)
Licence: Commercial
Released in: 05-2008 (version 1) 08-2010 (version 2)

On Hauptwerk forum: Prague Baroque, South German V.O.M.
On Hauptwerk forum: Prague baroque Wet, No blower noise
On Hauptwerk forum: Prague Baroque v.2

Mp3 examples of others:
- Sonus Paradisi
- Contrebombarde.com
 


Impression of Dick Sanderman:
De droom van elke Tsjechische organist schijnt te zijn, ooit het orgel van de Tynkerk in Praag te mogen bespelen. De Tynkerk, naast de St. Vituskathedraal het voornaamste kerkgebouw in de oude binnenstad, combineert gotische architectuur met een barok interieur. Het orgel, gebouwd door Johann Heinrich Mundt in 1673 en in 1998-2000 gerestaureerd door Klais, is een van de best bewaarde zeventiende-eeuwse orgels van heel Europa. Het orgel verenigt in zich allerlei kenmerken die karakteristiek zijn voor het Zuid-Duitse orgeltype -waarbij het begrip "Zuid-Duits" grensoverschrijdend moet worden opgevat.
Welke kenmerkende eigenschappen zijn dat?
  • Meestal twee manualen (kort octaaf), Hoofdwerk en Rugwerk.
  • Rugwerk is een kleiner broertje van het Hoofdwerk, voor dynamische en ruimtelijke contrasten.
  • Pedaal met slechts 18 toetsen.
  • Lage winddruk.
  • Milde prestanten, die mede door die lage winddruk een karakteristieke aanspraak hebben.
  • Hoge mixturen, vaak met een terts, vaak ook met duidelijke octaafrepetities.
  • Een verscheidenheid aan fluitregisters, waaronder houten Copula's
  • Afgezien van een Fagot in het pedaal doorgaans geen enkel tongwerk.
Uitzonderingen bevestigen de regel. In de abdijkerk van Klosterneuburg, dichtbij Wenen, staat een drieklaviers orgel uit 1642, gebouwd door Johann Georg Freundt, dat juist opvallend veel tongwerken bezit, in alle soorten en maten: volle bekerlengte, halve lengte maar ook kortbekerige regalen. Het orgel is gerestaureerd door Kuhn in 1990. Toen Jiri Zurek in Klosterneuburg opnamen wilde maken voor een sampleset van het Freundt-orgel, moest hij zijn werk staken omdat de windmotor daar zo onvoorstelbaar veel kabaal maakt dat het gewoon onmogelijk bleek, een goede opname te maken. Jiri besloot daarop, de klanken van Klosterneuburg-achtige tongwerken toe te voegen aan de samples uit Praag, zodat er een set Prague Baroque zou ontstaan die niet op een specifiek orgel is gebaseerd, maar die de kenmerkende Zuid-Duitse klankkleuren wel in zich heeft.

Prague Baroque verscheen in 2008, maar achteraf bezien was dat te vroeg: dat geeft Jiri Zurek ook ruiterlijk toe. De tongwerken (extension) waren niet goed ingepast in de akoestiek van de Tynkerk. Recent is een versie 2 verschenen. Wie de eerste versie heeft gekocht, kan tegen lage kosten upgraden naar versie 2.

De dispositie van Prague Baroque omvat 16 stemmen op het Hoofdwerk, 10 op het Rugwerk en 9 in het pedaal. Aan de dispositie van het Mundt-orgel in de Tynkerk zijn zes tongwerken toegevoegd, op elk werk twee. Daarmee heeft het virtuele orgelmodel flink aan kleurrijkheid gewonnen. Wat we nog steeds missen, zijn registers als Sesquialter, Cornet en Nasard. De enige quinten in de dispositie zijn echte prestantquinten met een stevige toon. Voor het spelen van uitkomende stemmen zijn er, behoudens de tongwerken, niet echt veel mogelijkheden. De mixturen repeteren in het octaaf: elk octaaf heeft dus dezelfde samenstelling. Voor polyfone muziek is dat niet fijn: denk maar aan het fugathema van Bachs Fuga in a moll (BWV 543, dat zich beweegt rond de toon c2. Als de mixtuur dan op c2 een octaaf omlaag repeteert, is dat hinderlijk hoorbaar in het fugathema.

Prestanten en fluiten klinken heel mild en zijn geen sterke persoonlijkheden. De tongwerken zijn erg fraai van karakter. De afspraak (het beeindigen van de toon) is bij de Posaun 8' (Hoofdwerk) zoals die kan klinken wanneer je de toets snel en ongecontroleerd loslaat. Op een pijporgel kun je met een subtiel gedoseerd loslaten van de toets toch een verzorgd einde aan de toon maken: hier lukt dat niet. Prachtig zijn de kortbekerige tongwerkjes van het Rugwerk. Zet ze in middentoonstemming en je hebt een heerlijke klank voor renaissancemuziek. Van de twee toegevoegde pedaaltongwerken is de Fagot 16' heel bescheiden en daardoor al snel inzetbaar. In het algemeen zijn de pedaalregisters hier vrij luid. Uiteraard is het mogelijk om ze via het voicing-menu wat zachter te maken - maar omdat dat op een pijporgel ook niet kan, ben ik bij samplesets ook altijd geneigd de klankverhoudingen als een gegeven te accepteren. De Tynkerk is een ruimte met een enorme akoestiek. Deze ruimtelijkheid stelt de makers van samplesets voor een lastige opgave. Hoofdwerk en Rugwerk soms in verschillende ruimten te staan, zoals bijvoorbeeld te horen is in de tweede variatie over Psalm 5 van Paul Siefert. Juist ook ten aanzien van de galm was er terechte kritiek op de eerste release van Prague Baroque. Op dat punt is versie 2 zeker verbeterd.

Dit is een orgeltype waar je echt passende muziek bij moet zoeken. Benader je het van de andere kant, ga je ervan uit dat het orgel zich moet aanpassen aan jouw repertoire, dan loop je bij Prague Baroque tegen beperkingen op. Een paar tips voor het registreren:
  • Het rugwerk heeft als enige labiale achtvoet een zeer bescheiden Copula. Voor een steviger achtvoets klank kan desnoods de Principal 4' worden gebruikt, een octaaf lager gespeeld.
  • Tongwerken hoeven niet altijd als uitkomende stem te worden gebruikt. Vooral in oudere muziek kan een tongwerk ook heel goed als een soort blazersensemble (consort) worden ingezet. Luister bijvoorbeeld naar de psalmzettingen van Samuel Marechal, een minder bekende Zwitserse componist die de psalmen al harmoniseerde toen de inkt van de melodieen nog nat was.
  • In het koraalvoorspel van Homilius hoort u het Regal van het Rugwerk juist in de begeleiding, terwijl de melodie op het Hoofdwerk wordt gespeeld zonder tongwerk.
  • De koraalvoorspelen van Sorge en Homilius illustreren ook dat pedaalpartijen niet altijd een zestienvoet nodig hebben. Vanwege de zware pedaalklank heb ik het pedaal daar op achtvoets basis geregistreerd - en dat gaat prima.
Op verzoek van Jiri Zurek is ook hier de Fantasia in d van de Tsjechische componist Jan Kritel Kuchar opgenomen. Vergelijk deze opname met de uitvoering op een ander Tsjechisch orgel, namelijk Zlata Koruna, elders op deze site.

Dick Sanderman, oktober 2010


Mp3 examples, played by Dick Sanderman:
JW Player goes here





Show big map

 

Copyright (c) 2008 PCorgan.com. All rights reserved. Mail: info@PCorgan.com